Mr. Six
Terwijl Jia Zhangke (Touch of Sin, Mountains May Depart) internationaal geldt als dé stem binnen de Chinese cinema, dreigen tal van andere stemmen ongehoord te blijven. Wat speelt er eigenlijk nog meer in de hedendaagse Chinese film?
Door Alexander Zwart
Voor ons Westerlingen bestond China twee à drie decennia geleden nog uit kleurrijke en prachtig getailleerde kostuums, ochtendmist, lantaarns en keelzang die door verlaten dorpjes galmden. De Chinese films die gedistribueerd werden, waren veelal drama’s à la Zhang Yimou’s Raise the Red Lantern en Chen Kaige’s Farewell My Concubine. Films over concubines, theater, kleine gemeenschappen en klassenstrijd die tot de verbeelding spraken. Geholpen door hun historische setting, voedden ze onze hang naar exotisme. Maar met ‘s lands ontegenzeggelijke opkomst als economische grootmacht en de verregaande verstedelijking (steden met minder dan 5 miljoen inwoners zijn volgens Chinezen zelf nog nauwelijks het vermelden waard), is ook het karakter van de Chinese film veranderd. Niet alleen voor ons als internationaal bioscooppubliek, ook voor Chinese filmmakers zelf.
Lorna Tee, actief als producent in de Aziatische film en directeur van filmfestival Cinemasia: “Je moet je voorstellen dat China in 30 jaar van een van de armste landen in de wereld naar de op één na rijkste van de wereld is gegaan. Het heeft een ontwikkeling meegemaakt die in bijvoorbeeld Europa 200 jaar duurde. Natuurlijk vind dat zijn weerslag in de Chinese cinema, dat moet verwerkt worden.”
Musicalwereld
Dat verwerkingsproces, of inspelen op actuele thema’s, is tegenwoordig niet alleen voorbehouden aan onafhankelijke producties. Sociaal bewustzijn speelt opvallend genoeg ook een rol in veel moderne publieksfilms. Zo kent de vaardig gemaakte actie-thriller SPL 2 het gebruikelijke ren- en vliegwerk, maar heeft het de actuele strijd tegen orgaanhandel als uitgangspunt. Veel directer wordt het zelfs in Office van Johnnie To (in het westen enigszins bekend om zijn uitzinnige politiefilms), een satire op het bedrijfsleven. To maakt er een musicalwereld met luxueuze decors van. Door de samenzang klinken liedjes welhaast als nieuwe propaganda-hymnes.
Voor de onafhankelijke filmmakers is de verandering echter het grootst. Door de economische groei hebben ze opeens een thuismarkt. Weliswaar één die vooral geïnteresseerd is in blockbusters en platte komedies, maar er is een thuismarkt. Voorheen konden jonge makers hun films namelijk alleen kwijt op festivals. Dat was sowieso al moeilijk, maar helemaal nu deze vooral de gevestigde namen en de meer gepolijste titels programmeren. Door die samenloop zie je dat jonge, onafhankelijke filmmakers een balans gaan opzoeken: hoe het eigen verhaal te vertellen en toch voor een groter bereik te zorgen. Genreconventies bieden daarbij uitkomst. Tee: “Dat zag je bij neo-noir thriller Black Coal, Thin Ice (Gouden Beer winnaar 2014) maar vorig jaar bijvoorbeeld ook bij Coffin in the Mountain, die zich liet kijken als een whodunnit. De regisseur van die film, Yukun Xin, is voor mij een van de grote beloftes van nu. Met name door zijn veelzijdigheid. Voor de nieuwe omnibusfilm Distance werkte hij samen met twee andere Aziatische regisseurs. Ieder filmde met dezelfde acteur (Chen Bolin) en nam een hoofdstuk voor zijn rekening. Xin bewijst met zijn aandeel ook een meester te zijn in het behandelen van menselijke relaties.”
Wraakoefening
Een ander goed voorbeeld van genre denken is het gelikte Mr. Six van Guan Hu, af en toe meer herinnerend aan The Fast and the Furious dan aan indie cinema. Deze recente titel komt thematisch gezien nog het meest in de buurt van Zhangke’s laatste, Mountains May Depart. Verpakt als een kruising tussen familiedrama en wraakoefening, plaatst Hu het oude en het nieuwe China loodrecht tegenover elkaar.
Terwijl een gangster in ruste (een rol van de bekendste regisseur van het land, Feng Xiaogang) de straten afstruint om een schuld van zijn zoon te vereffenen, is een samenleving te zien waarin prestige de saamhorigheid verdringt.
Mr. Six was afgelopen september de sluitingsfilm op het filmfestival van Venetië. Toch is er niet de run op ontstaan die je zou verwachten. Tee: “Binnen China was dit de grootste art house film van het afgelopen jaar, met een opbrengst van driehonderd miljoen dollar. Wereldwijd is hij echter gemakkelijk van de radar verdwenen. Deels omdat het wellicht niet voldoet aan de buitenlandse standaard van wat een Chinese (art house) film zou moeten zijn, maar ook omdat er gewoon te veel aanbod is. Als mensen jaarlijks één Chinese film zien, dan gaan ze voor de veilige weg. Ze pikken de grote namen op. Of ze neigen naar controversiële en provocerende titels. Óf films die de Chinese overheid heeft verbannen, want ‘daar moet dan wel een grotere waarheid in schuilen.’ Sommige regisseurs beschuldigen anderen ervan expres aan te sturen op censuur. Censuur betekent immers een groter buitenlands publiek.”
Volgens Tee zelf is de verzadiging van de art house markt niet iets lokaals maar universeels. Het is het nadeel van de overvloed aan keuze, ‘kleinere’ films blijven ongezien. Vroeger droomden we weg bij een Chinese ochtendmist. Tegenwoordig is het een hang naar sensatie die onze blik vertroebelt.
SPL 2, Office, Distance en Mr. Six zijn te zien tijdens Cinemasia, van 1 t/m 6 maart in Amsterdam.
Dit artikel is eerder verschenen in De Filmkrant.